Pas toen ik recent voor de vierde keer in Berlijn rondliep, september 2013, realiseerde ik me dat ik er 25 jaar geleden voor het eerst was. Met een groep studenten van de Academie voor de Journalistiek, toen nog gevestigd in Kampen, die het vak Duits volgden. Een indrukwekkende trip, waarvan ik een kwart eeuw later de sporen poogde terug te vinden.
Het zou nog maar ruim een jaar duren of de muur zou vallen. In april 1988 was alles echter nog bij het oude. De Muur verdeelde de stad, we keken er vanaf een uitkijkpunt in de Waldemarstrasse overheen. Het niemandsland, de wachttorens, de grauwe flats en woonblokken achter de tweede muur, die aan de oostkant.
Ik maakte er een foto van een langgerekt stuk muur, waar langs de straat een beschilderde Renault geparkeerd stond. De portieren bleken los, waardoor ik in de auto kon gaan zitten en een studiegenoot mij op de foto zette. Links op deze foto is nog een klein stukje van de muur te zien. De plek heb ik via Google Streetview terug kunnen vinden en bij mijn laatste bezoek heb ik de foto’s nogmaals gemaakt. Het verschil is enorm.
Er staat een nieuwe muur, in de vorm van een wit appartementencomplex. De overkant van de straat, op de foto waarop ik in de auto zit, laat nog wel veel herkenbaars zien: de troosteloze noodgebouwen die er in 1988 stonden staan er voor een deel nog steeds. En die antieke lantaarnpaal heeft de vernieuwingsdrift van na 1989 overleefd.
Een straat verder fotografeerde ik in 1988 de Sebastianstrasse. Een benauwd beeld van een straat die door de bouw van de muur merkwaardig smal geworden was. De huizen zagen er destijds grauw uit en waren deels onbewoond. De straat is in meerdere opzichten historische grond: in 1961 en 1962 werd er vanuit de woning op nummer 82 gewerkt aan een tunnel naar Oost-Berlijn, om een gezin te herenigen dat door de bouw van de muur uiteengereten was. Het liep fout af: de tunnelgravers werden verraden. Toen ze aan de andere kant van de muur in een gebouw bovengronds kwamen, werd het vuur op ze geopend.
In september 2013 sta ik er weer, met een andere camera, in een poging de straat exact zo te fotograferen als in 1988. Hier het resultaat. Dezelfde rij woningen, opgefrist. Auto’s in de straat en in plaats van een muur een gaashek met daarachter een wildernis en ergens een verdwaald appartementengebouw. Het witte woonblok, zichtbaar aan het eind van de straat, lijkt in 25 jaar niet veranderd.
Op Alexanderplatz vond ik in een winkel nog een kaart met een oude foto van de Sebastianstrasse, uit 1963, toen de muur twee jaar stond.
Hier in de buurt stond en staat ook het gebouw van de mediamagnaat Axel Springer, waaraan wij als journalistiek studenten uiteraard een bezoek brachten. Vanaf de met veel Chesterfieldleer gemeubileerde bovenste verdieping hadden we een nog rianter zicht op de andere kant van Berlijn. Springer zelf wilde echter het omgekeerde bewerkstelligen: dat ze in het oosten zijn pand konden zien, als baken van vrijheid in denken en doen. Ik fotografeerde het uitzicht, waarbij duidelijk de witte muur aan de oostkant te zien is. Deze foto kon ik helaas niet opnieuw maken.
Het bleef in 1988 niet bij over de muur heen kijken, we gingen er dóór. Via Checkpoint Charlie, in een touringcar. We kregen een Oost-Duitse chauffeur en gids toegewezen, die ons de prachtigste plekken van de stad liet zien. ,,Alles ganz wieder neu aufgebaut’’, bleef hij maar herhalen. Veel tijd om zelf rond te kijken was er niet, maar toen dat eenmaal wel gebeurde werden we op straat meteen door een oude dame aangesproken. ,,Ga maar eens in de winkels kijken’’, zei ze met de tranen in haar ogen.
Dat deden we en er was inderdaad alle reden om verdriet te hebben. In een ‘supermarkt’ overal lege schappen, met hier en daar een pot appelmoes of een blik groente erin. Een groentewinkel toonde met enige trots twee mottige bloemkolen in de etalage.
Tot grote schrik van onze gids gingen we er op een afgesproken moment plotseling allemaal in groepjes vandoor, in verschillende richtingen. We kregen de kans om meer aan de weet te komen van het leven in Oost-Berlijn, door bij gezinnen op bezoek te gaan, die er van tevoren van op de hoogte waren gebracht wanneer wij zouden komen. Rechtstreeks naar de woningen gaan was er niet bij; dat moest via omwegen. De Stasi agent die achter ons in de bus zat op weg naar de familie Streit die mijn groepje studenten zou bezoeken, gaf ons een unheimisch gevoel.
De familie deed haar naam eer aan. Ze streden tegen het onrecht dat hen werd aangedaan, opgesloten zitten in een stad en moeten zuchten onder een verknipt regime. De jongens in het gezin waren allen dienstweigeraar, reden voor voortdurende bedreigingen.
De ontredderde chauffeur en gids bracht ons ’s avonds via hetzelfde Checkpoint Charlie weer naar ‘west’. Ook hier weer strenge controle, er werd onder meer met spiegels onder de bus gekeken of er geen verstekelingen aan de uitlaat hingen.
Checkpoint Charlie legde ik in 1988 vast en 25 jaar later nogmaals. Het is een opgepoetst toeristentheatertje geworden.
Na 25 jaar valt het me op dat Berlijn niet bang is voor zijn geschiedenis. Sterker nog: er wordt veel aan gedaan om te laten zien wat er in het verleden allemaal mis is gegaan. Zelfs op de Kurfürstendamm kom je een zuil tegen met informatie over de Joden die hier uit hun huizen werden gehaald en werden gedeporteerd. Sporen van de muur zijn met weinig moeite te vinden en hierover wordt nauwgezet informatie gegeven. Dat er nu honderden mensen wonen op de plek waar ik een kwart eeuw geleden die volgekalkte betonnen dwaling fotografeerde, ontroerde me. Berlijn zit vol met die spanning, die er voor zorgt dat je er eindeloos naar toe wil blijven gaan.
Dit artikel is geschreven door Jaap Stiemer. Jaap Stiemer is journalist en beeldend kunstenaar. Jaap, bedankt voor het delen van je foto’s en ervaringen!
Ik was er in 1988, ook met mijn studie (geschiedenis) en afgelopen kerst pas weer. Ik werd er best door geraakt, niet alleen doordat die stad van toen zo veranderd is, maar ook doordat ik mezelf weer terugzag, 24 jaar geleden.
Als toerist/buitenstaander mis ik de muur wel: die aparte sfeer komt nooit meer terug. Berlijn toen was een duidelijk getekende stad die tegelijkertijd bruiste van energie.
Menselijk gezien is het natuurlijk mooi dat de muur weg is, en Berlijn is nog steeds prachtig, maar anders.
Geweldige reportage. Bedankt ik heb er van genoten. Helaas heb ik het Berlijn van toen nooit gezien maar ik ben er nu twee keer geweest en ga zeker terug.
Heb al vele foto’s toen en nu gezien van Berlijn, maar deze – met het verhaal – zijn werkelijk prachtig. Nog maar een verhaal graag.
Menno
Herkenbaar verhaal. Ook ik bezocht Berlijn 4 keer, waarvan 1 x voor de Wende en 3 maal erna. Wat ik aan de stad vooral prachtig vind, Jaap benadrukt het ook, is dat overal de geschiedenis haar adem haalt. Op elke plek in die stad is wel iets gebeurd.
Dank Jaap, voor dit fijne verhaal.
Mooie voor/na foto’s. Net naast waar die Renault geparkeerd stond is ook de plek waar in Wim Wenders’ film Die Himmel Ueber Berlin (Wings of Desire) de engel Damiel ter aarde stort, nadat hij verliefd wordt op een circusartieste en sterveling besluit te worden :)
Wow, wat een prachtig verhaal! Dit soort dingen lees ik heel graag!
Helemaal mee eens!