Verstopt op een wat schimmig bedrijventerrein in Noord-Charlottenburg ligt Gedenkstätte Plötzensee. Hier bracht het nationaalsocialistische regime de belangrijkste politieke gevangenen op gruwelijke wijze om het leven.
Kil en sereen
Een lange weg met kinderkopjes met aan de linkerzijde de hoge bakstenen muur van de Plötzensee-gevangenis – die tot op de dag van vandaag in gebruik is – leidt naar de gedenkplaats. De ommuring, de hoekige vormen, de grauwe kleuren en de grote urn met daarin aarde uit verschillende concentratiekampen, geven het terrein nog meer dan op andere Berlijnse plaatsen van terreur een kille, maar op een of andere manier ook serene sfeer.
Slachthuis
Keizer Wilhelm I gaf het bevel tot het bouwen van de gevangenis, die in 1879 klaar was. In het Duitse keizerrijk en de Weimarrepubliek werd 33 maal de doodstraf voltrokken, onder het bewind van Adolf Hitler maar liefst 2.891 keer. Aanvankelijk zaten er vooral Duitse sociaaldemocraten en communisten opgesloten, later ook in Duitsland te werk gestelde Tsjechen, Polen en Fransen. Ook zware criminelen, krijgsgevangenen en verzetsstrijders uit allerlei landen werden er opgesloten en omgebracht. De bekendste slachtoffers zijn een aantal medeplichtigen van de mislukte aanslag op Adolf Hitler op 20 juli 1944, onder leiding van graaf Claus Schenk von Stauffenberg. Ook veel leden van de verzetsgroepen – Widerstandsgruppen – Die Rote Kapelle en Kreisauer Kreis vonden hier hun einde. Vaak werden gedetineerden al ondervraagd, mishandeld en gemarteld door de Gestapo binnengebracht.
Vleeshaken
De executies werden aanvankelijk met een bijl uitgevoerd in de gevangenistuin. Later liet Hitler in het geheim een guillotine aanrukken, die in een stenen schuur aan de rand van het terrein werd gezet. In dat gebouw liet hij ook stalen balken aanbrengen, waaraan grote vleeshaken werden bevestigd waaraan de veroordeelden konden worden opgehangen. In 1943 raakte de guillotine bij een geallieerd bombardement beschadigd, waardoor het ophangen de gebruikelijke executiemethode werd. Familieleden van geëxecuteerden werden anderhalve Reichsmark in rekening gebracht voor elke dag dat hun dierbare vastzat, en nog eens 300 voor de executie en 70 Reichspfennig voor de verzending van de factuur.
Vlak voor het genoemde bombardement klaagde Hitler tegen zijn minister van Justitie Otto Georg Thierack dat de procedures van 300 gevangen om gratie aan te vragen wel erg veel tijd in beslag namen. Na het bombardement versnelde de onderminister van Justitie Curt Rothenberger – Thierack was afwezig – de procedures en gaf vanuit zijn departement per telefoon aan Plötzensee door dat vrijwel alle 300 gevangen direct geëxecuteerd dienden te worden. Tussen 7 en 12 september 1943 werden er met behulp van de haken meer dan 250 doodvonnissen voltrokken.
In de laatste jaren van de oorlog verslechterden de omstandigheden in de gevangenis. Het eten was te weinig en slecht, de cellen zaten overvol en medische hulp kwam niet of veel te laat. Vanaf de lente van 1945 werden er steeds meer gevangenen vrijgelaten. Toen Sovjetsoldaten het complex op 25 april 1945 bevrijden, waren er bijna geen gedetineerden meer over.
Gelijkwaardige herdenking
Na de oorlog werd de stenen schuur deels afgebroken, alsook een van de celgebouwen. Tegen het restant van de schuur staat vanaf 1952 – het openingsjaar van de gedenkplaats – een grote betonnen muur met de tekst ‘Den Opfern der Hitlerdiktatur der Jahre 1933 – 1945’. In 2011 vroeg Der Tagesspiegel zich af of het wel de bedoeling was álle slachtoffers te gedenken – dus ook de zware criminelen die zij aan zij met politieke gevangenen en verzetsstrijders gevangen zaten in Plötzensee. De directeur van de gedenkplaats antwoordde dat alle slachtoffers van het nationaalsocialisme bij de gedenkplaats op gelijke wijze worden herdacht – ‘ongeacht hun daden’. Op het terrein zijn tegenwoordig ook een aantal informatieborden te vinden, veel foto’s en een computer. De haken aan de stalen balk zijn nog steeds te zien. Op weinig andere plaatsen in de Duitse hoofdstad presenteert de geschiedenis van het Derde Rijk zich nog zo indringend. Toch lijken maar weinig mensen de gedenkplaats te bezoeken, en dat is jammer.
Adres: Hüttigpfad 16, 13627 Berlin
Entree: gratis
OV: Bus 123 halte Gedenkstätte Plötzensee
In Nazi-Duitsland was het overigens stukken gevaarlijker om kritiek te hebben en grapjes te maken over het regime en dat er thans een vluchtelingencrisis in Duitsland gaande is. En hoe het afliep met talloze Duitse verzetsstrijders benoem ik hieronder in een speciaal verhaal:
Ik was vanaf 28 juni t/m 1 juli 2016 op vakantie geweest in Duitsland en ik heb daar in steden zoals Berlijn, Karlsruhe, Freiburg, Stuttgart, Mannheim, Heidelberg, Ulm, Koblenz, Trier, Bonn, Hannover, Kassel, Göttingen, Hamburg, Bremen, Cuxhaven enz. op zich geen last gehad van alle gehate en opgenoemde groeperingen maar juist meer van vertraagde treinen, grote verkeersdruktes, bedelaars, autochtonen en allochtonen in gescheurde jeans, grote mensenmassa’s en ik stond er van te kijken dat de treinconducteurs nog flexibel waren als het om mijn vouwfiets ging.
Zo bezocht ik in Berlijn de Gedenkstätte Plötzensee (een gevangenis) en de Bendlerblock (of Gedenkstätte Deutscher Widerstand) waar in WO II talloze anti-nazistische Duitsers e.v.a. zijn geëxecuteerd. In de Bendlerblock werd Claus von Stauffenberg (1907-1944), de kolonel die op 20 juli 1944 Adolf Hitler wilde doden met een bom, gefusilleerd en ik zag daar toen tientallen Duitse schoolkinderen rondlopen die alles over de geschiedenis van Stauffenberg en het Duitse verzet meekregen.
Er waren in WO II tientallen Duitse verzetsgroepen actief geweest die helaas niet met elkaar konden samenwerken en ongetwijfeld elkaar eveneens in een burgeroorlog hadden afgemaakt. In Plötzensee bevind zich echter een stenen huis met twee kamers met in de rechterkamer een documentatie-ruimte over al degenen die daar gevangen zaten en werden terechtgesteld.
In de linkerkamer hangt in het plafond een stalen balk met daaraan vijf ijzeren vleeshaken, dat waren er ooit acht geweest, waar de medestanders van Stauffenberg (Erwin von Witzleben, Erich Hoepner, Paul von Hase, Peter Graf von Wartenburg, Helmuth Stieff, Robert Bernardis, Albrecht von Hagen, Friedrich Karl Klausing, Wilhelm Leuschner, Ulrich-Wilhelm Graf Schwerin von Schwanenfeld, Ulrich von Hassell, Josef Wirmer, Erich Fellgiebel, Paul Lejeune-Jung, Helmuth von Moltke, Julius Leber, Carl Goerdeler e.a.) allemaal aan werden opgehangen nadat zij hierna in 1944 door de nazi-rechter Roland Freisler van het beruchte Volksgerichtshof dood waren veroordeeld!
Een jaar daarvoor werden echter een aantal andere anti-nazistische Duitsers van ‘Die Rote Kapelle’ daar in Plötzensee op 5 augustus 1943 onthoofd onder de guillotine die ooit in datzelfde kamertje stond en dat waren ongeveer 17 mensen, dertien vrouwen en drie mannen, (Cato Bontjes van Beek, Stanislaus Wesolek, Emil Hübner, Adam Kuckhoff, Frida Wesolek, Ursula Goetze, Maria Terwiel, Oda Schottmüller, Rose Schlösinger, Hilde Coppi, Klara Schabbel, Else Imme, Eva-Maria Buch, Anni Krauss, Ingeborg Kummerow en Liane Berkowitz) en zij waren ter dood veroordeeld door de even beruchte collega van Freisler, de minder bekende nazi-rechter Manfred Roeder van het Reichskriegsgericht (RKG)!